Bruikbare ruimte, leefruimte en vloeroppervlakte: Verschil? Dit is hoe het werkt

Bruikbare ruimte, woonruimte en vloeroppervlakte: wat is het verschil? – Hier leert u het verschil tussen de afzonderlijke oppervlaktespecificaties (onroerend goed exposés) en ook, een eenvoudige “formule” voor het berekenen van de afzonderlijke oppervlaktes. Belangrijk, bijvoorbeeld, voor het berekenen van de opbrengst. Het maakt niet uit of het een huis is of een condominium(gedeeltelijke eigendom). Meer informatie vindt u hier in de gids: Buying your first flat.

Bruikbare ruimte, woonruimte en vloeroppervlakte: wat is het verschil?

Laten we heel eenvoudig beginnen. U zult deze waarden tegenkomen in exposés, in advertenties, bij elke zoektocht naar onroerend goed. Daarom is het belangrijk het verschil te weten.

3 U zult vaak oppervlakken tegenkomen:

1. Vloeroppervlak
2. Nuttige oppervlakte
3. Leefruimte

De volgorde is speciaal voor dit doel gekozen. Want zoals u hier kunt zien, gaat u van de 1) vloerruimte naar de 2) bruikbare ruimte naar de uiteindelijke 3) leefruimte.

Tip! Aan het eind van het artikel vindt u ook extra infographics ter verduidelijking

Aangezien er op het internet nog steeds een eenvoudige “formule” voor de berekening bestaat, hier in vrij eenvoudig uitgelegd.

Simpel uitgedrukt als een “formule”:

• Vloeroppervlakte = bruikbare oppervlakte + circulatieoppervlakte (zoals trappenhuis) + functionele oppervlakte (zoals stookruimte)
• Bruikbare oppervlakte = bruikbare oppervlakte (woonruimte – kelder – zolder – …)
• Woonruimte = woonkamer (woonkamer + slaapkamer + …)

Bereken stap voor stap

Laten we het proces nog eens stap voor stap bekijken:

Basisareaal: stap 1 + definitie

Dit betekent dat de 1) vloeroppervlakte de volledige bruikbare vloeroppervlakte omvat, alsmede de gangen en trappenhuizen (circulatieoppervlakte), en de vuilnis- of verwarmingsruimte (functionele oppervlakte).

Dit omvat alle vloeroppervlakken:

• Leefruimte
• Zolders, kelders, garages en balkons
• Trappenhuis, gangen… (zogenaamd verkeersgebied)
• Vuilnisruimte, stookruimte, … (zogenaamd functioneel gebied)

Dit omvat niet:

• Land

Bereken:

Vloeroppervlakte = bruikbare oppervlakte + circulatieoppervlakte (zoals trappenhuis) + functionele oppervlakte (zoals stookruimte)

Infographic:

Voorbeeld: Alle bebouwde gebieden, overdekte gebieden en bovenverdiepingen.

Nuttige zone: stap 2 + definitie

Na het vloeroppervlak moet de 2) bruikbare ruimte in aanmerking worden genomen, d.w.z. wat werkelijk kan worden gebruikt in het huis of het flatgebouw (voor flatgebouwen).

Deze omvatten, bijvoorbeeld:

• Zolder
• Kelder
• Garages
• Bergruimten (buiten de woonruimte)
• Balkons

Dit omvat niet langer:

• Trappenhuis, gangen… (zogenaamd verkeersgebied)
• Vuilnisruimte, stookruimte, … (zogenaamd functioneel gebied)

Bereken:

Bruikbare oppervlakte = bruikbare oppervlakte (woonruimte, kelder, zolder, …)

Infographic:

Voorbeeld: de trap maakt deel uit van de bruikbare vloeroppervlakte.

Leefruimte: Stap 3 + definitie

Pas dan kom je bij de 3) leefruimte. De woonruimte geeft dan de werkelijke bewoonbare ruimte van het pand aan.

Typisch alleen omvat:

• Woonkamers (slaapkamer, keuken, badkamer, woonkamer, enz.)
• Balkons, loggia’s, terrassen en daktuinen worden voor 25% meegerekend, en voor maximaal 50% (§4 WoFlV).

Bereken:

Woonruimte = woonkamer (woonkamer + slaapkamer + …)

Nu weet je het verschil.

Infographic:

Voorbeeld: Woonkamer van een flatgebouw.

Samenvatting: Technische termen als infographics

Nogmaals, snel samengevat, de gebieden, vereenvoudigd met infographic.

1. Totale oppervlakte (gebruik + verkeer + functie)
   1. Verkeersterrein (trappenhuis, gangen in het huis)
   2. Functionele ruimte (stookruimte, afvalruimte, enz.)
2. Bruikbare oppervlakte (alles behalve verkeersruimte / functionele ruimte)
3. Leefruimte (bruikbare ruimte die niet wordt bewoond, bijvoorbeeld: kelder)

Totale oppervlakte / vloeroppervlak in het huis

Gebruik + verkeer + functie resulteren in de totale oppervlakte.

Bruikbare ruimte in het huis

Alles behalve verkeersruimte / functionele ruimte resulteert in de bruikbare ruimte.

Leefruimte in het huis

Bruikbare ruimte die niet wordt bewoond, bijvoorbeeld: kelder, wordt woonruimte genoemd.