Societas Europaea (SE) – Oprichting, Recht, Belastingen, Voordelen & Co.

Societas Europaea (SE) – De Societas Europaea is een rechtsvorm die is ingevoerd met het oog op de harmonisatie-inspanningen op Europees niveau. In het Duitse gebruik worden daarom ook de termen “Europäische Gesellschaft” of “Europäische Aktiengesellschaft” en Europa AG courant gebruikt. Kenmerkend voor een Societas Europaea zijn vooral de vereenvoudiging van grensoverschrijdende bedrijfsactiviteiten in EU-lidstaten en EER-landen door grotendeels uniforme rechtsgrondslagen en het kader voor het personeelsbeleid met betrekking tot de medezeggenschapsrechten van de werknemers van de vennootschap. U wilt uw eigen (onroerend goed) bedrijf oprichten? Hier vindt u alle soorten ondernemingen en rechtsvormen in Duitsland.

Societas Europaea (SE) – Oprichtingsvormen, rechtsgrondslagen & Co

De Societas Europaea – afgekort SE – is in de Duitstalige wereld ook te vinden onder de benamingen Europese Vennootschap, Europese Effectenvennootschap of terloops: Europa AG en beschrijft in juridische zin een vennootschap en dus een rechtspersoon met een eigen rechtspersoonlijkheid. Zoals de Duitse naam doet vermoeden, is het hoofdstuk van deze vennootschapsrechtsvorm verdeeld in aandelen. De wettelijke invoering van de Societas Europaea als transnationale rechtsvorm vond plaats in 2004 in het kader van de zogeheten Wet op de Invoering van de Europese Vennootschap – afgekort: SEEG.

De achtergrond van de invoering van de Societas Europaea is enerzijds de mogelijkheid om vennootschappen uit verschillende EU-lidstaten samen te voegen of een holding op te richten. Anderzijds was het doel van de SE de oprichting van gemeenschappelijke dochterondernemingen van economisch actieve vennootschappen en rechtspersonen uit verschillende landen van herkomst in de EU door inschrijving op aandelen.

Andere typische bedrijven in Duitsland:

Primaire oprichting van een SE – fusie, omzetting, holding, dochteronderneming

Een Europese vennootschap wordt niet “zomaar” uit het niets opgericht. Het oprichtingsproces is – zoals reeds gezegd – aan bepaalde specificaties gebonden… bovendien kan de Societas Europaea slechts uit bepaalde situaties ontstaan. Volgens de numerus clausus van de in de Societas Europaea-verordening – kortweg: SE-verordening – genoemde oprichtingsvormen kan de oprichting van een Societas Europaea in hoofdzaak op vier verschillende wijzen plaatsvinden: door fusie, door omzetting, door oprichting van een holdingmaatschappij of door oprichting van een dochteronderneming.

  • Fusie voor toelating/nieuwe stichting
  • Conversie stichting
  • Europese Holding (Holding-SE)
  • Europese Dochteronderneming (Dochteronderneming-SE)

In de tweede plaats is het mogelijk om via een moeder-SE een Europese dochteronderneming op te richten. De SE-verordening voorziet echter niet in de oprichting door natuurlijke personen of een afsplitsing van bestaande vennootschappen naar nationaal recht.

Variant 1 – Fusie met het oog op opneming of nieuwe oprichting: 2+ vennootschappen op aandelen krachtens wet nr. 142/90

U kunt een Europese vennootschap op klassieke wijze oprichten door verschillende bestaande vennootschappen samen te voegen – d.w.z. te fuseren. Voor de oprichting zijn ten minste twee nationale naamloze vennootschappen vereist die een zogenaamd grensoverschrijdend Europees element hebben. In een notendop: de ondernemingen moeten ofwel afkomstig zijn uit verschillende lidstaten van de Europese Unie of, indien hun respectieve statutaire zetel in hetzelfde land is gevestigd, zij moeten sinds ten minste twee jaar dochterondernemingen in andere EU-landen hebben. Dit laatste wordt ook wel een meerlandenrelatie genoemd.

De fusie kan tot stand komen hetzij met het oog op opslorping, hetzij met het oog op nieuwe oprichting. In het eerste geval neemt de overnemende vennootschap de rechtsvorm van een SE aan, terwijl de inbrengende vennootschap in de SE wordt opgenomen op het tijdstip waarop de fusie van kracht wordt. Een nieuwe oprichting houdt in dat beide fuserende vennootschappen ophouden te bestaan zodra de fusie van kracht wordt. De nieuwe rechtspersoon kan dan ook in een derde EU-land worden opgericht, aangezien het vereiste van plurinationaliteit al wordt vervuld door de statutaire zetel van de twee oprichtende vennootschappen. In dit geval spreekt men ook van een fusie met derde landen.

Hoe werkt de fusie van twee naamloze vennootschappen tot één Societas Europaea precies?

Bij een fusie komen twee juridisch onafhankelijke ondernemingen samen en vormen aldus één enkele entiteit, zowel in economische als in juridische zin. Daartoe moet ten minste één onderneming haar juridische onafhankelijkheid opgeven, reden waarom de fusie een typische vorm van bedrijfsovername is. De koopprijs voor de overname van de onderneming kan op elegante wijze worden betaald in aandelen van de overnemende onderneming.

De fusie tussen vennootschappen is wettelijk onderworpen aan de zogenaamde fusierichtlijn 90/434/EEG en de Europese fusierichtlijn 2005/56/EG. Binnen Duitsland is ook de Duitse omzettingswet (Umwandlungsgesetz, UmwG) van toepassing, terwijl de antitrustwetgeving wordt gehandhaafd in de wet tegen concurrentiebeperkingen (Gesetz gegen Wettbewerbsbeschränkung, GWB), waar de term “fusie” uitsluitend wordt gebruikt voor fusies.

Variant 2 – Conversie formatie: Naamloze vennootschap + buitenlandse dochteronderneming

Uiteindelijk kan ook een op nationaal niveau bestaande naamloze vennootschap worden omgezet in een transnationale naamloze vennootschap – d.w.z. een AG in een SE – op voorwaarde dat de naamloze vennootschap gedurende ten minste twee jaar een dochteronderneming of bijkantoor in een ander EU-land heeft gehad. Een omzetting in een Societas Europaea is naar haar aard vergelijkbaar met een verandering van rechtsvorm krachtens de Duitse omzettingswet (UmwG).

De Societas Europaea-Verordening – kortweg: SE-Verordening – voorziet echter in de opstelling van een omschakelingsplan in tegenstelling tot de wijziging van de rechtsvorm, waarbij het onduidelijk is welke rechtsgrondslag moet worden gebruikt met betrekking tot de reikwijdte en vooral ook de inhoud van dit plan. Een verplaatsing van de vorige statutaire zetel van de nationale naamloze vennootschap is in principe ontoelaatbaar bij de omzetting in een Europa AG.

Omgekeerde conversie: Europa AG in conventionele AG

De omzetting van een klassieke naamloze vennootschap in een Societas Europaea is geen probleem indien vooraf aan alle noodzakelijke vereisten is voldaan. Maar hoe zit het in het omgekeerde geval? Kunt u de omzetting ongedaan maken en van uw Europa AG weer een gewone naamloze vennootschap op nationaal niveau maken? In feite is het mogelijk een bestaande Europese vennootschap om te vormen tot een klassieke AG. Op voorwaarde dat de Europa AG gedurende ten minste twee jaar in haar Europese rechtsvorm heeft bestaan, kan een conversieplan worden opgesteld om de vennootschap in haar oorspronkelijke vorm te herstellen. De goedkeuring van de algemene vergadering is echter verplicht.

U kunt hier meer te weten komen over de nationale naamloze vennootschap (AG):

Variant 3 – Europese holding/SE: 2+ naamloze vennootschappen/GmbH’s

Een andere mogelijkheid is dat twee of meer ondernemingen uit verschillende EU-lidstaten samen een Europese holding of holding-SE vormen. Dit geldt voor elke combinatie van kapitaalvennootschappen (AG) en vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (GmbH), waarbij ten minste twee van de vennootschappen uit verschillende EU-landen afkomstig moeten zijn. Een andere mogelijkheid is dat twee of meer deelnemende vennootschappen uit dezelfde lidstaat elk gedurende ten minste twee jaar een dochteronderneming of filiaal in een ander EU-land hebben en zo voldoen aan de vereiste van meervoudige nationaliteit.

Concreet komt de deelneming van vennootschappen in een holding-SE neer op een aandelenruil: de vennootschappen kopen aandelen in de Europese holding en brengen in ruil daarvoor hun bestaande vennootschapsaandelen in, waarbij hun aandelen in de overkoepelende vennootschap telkens meer dan 50% van alle stemrechten van de respectieve oprichtende vennootschap moeten vertegenwoordigen.

Meer informatie over de nationale naamloze vennootschap (AG) en de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (GmbH) vindt u hier:

Hoe gaat de oprichting van een Europese holding precies in zijn werk?

Een holding – kort voor: Holding, holdingorganisatie of paraplu-vennootschap – ontstaat wanneer verschillende vennootschappen op een bepaalde manier hiërarchisch gestructureerd zijn en beschrijft dus geen eigen rechtsvorm, maar eerder een vorm van structurering van vennootschappen die met elkaar verbonden zijn. De afzonderlijke ondernemingen hebben aandelen in elkaar, waardoor een economische afhankelijkheid ontstaat. Centrale taken worden gewoonlijk uitgevoerd door de moedermaatschappij, die aan de top van de hiërarchie van de holdingstructuur staat.

Naar analogie van de oprichting van een personenvennootschap naar burgerlijk recht (GbR) worden houdstermaatschappijen opgericht met een specifiek operationeel doel, in dit geval het aanhouden van deelnemingen of vennootschapsbelangen in andere ondernemingen. Als houdstermaatschappij organiseert u de verwerving en het beheer van deelnemingen en vormt u aldus de kapitaalverschaffer of aandeelhouder via welke de ondergeschikte vennootschappen hun eigen vermogen financieren.

Meer informatie over civielrechtelijke partnerschappen (GbR) vindt u hier:

Variant 4 – Europese dochteronderneming/dochteronderneming-SE: 2+ juridische entiteiten

Rechtspersonen – vennootschappen, firma’s, enz. – kunnen ook samen een Europese dochteronderneming of een dochter-SE vormen. Dit is mogelijk op voorwaarde dat ten minste twee juridische entiteiten onder het recht van verschillende EU-landen vallen of dat ten minste twee van de betrokken juridische entiteiten op het tijdstip van de oprichting gedurende een periode van twee of meer jaar een dochteronderneming of filiaal in een ander EU-land hebben gehad.

Dankzij deze flexibiliteit kunnen zowel civielrechtelijke als handelsrechtelijke vennootschappen – met inbegrip van coöperaties met winstoogmerk – een gemeenschappelijke dochteronderneming SE oprichten. Voorts kunnen publiek- en privaatrechtelijke rechtspersonen – ongeacht hun winstoogmerk – een SE-dochteronderneming oprichten indien ten minste twee van de oprichtende vennootschappen uit verschillende EU-landen afkomstig zijn of via dochterondernemingen of bijkantoren in andere EU-lidstaten aan het meervoudige nationaliteitsvereiste voldoen.

Afgezien van de mogelijkheid om ook vennootschappen zonder beperkte aansprakelijkheid bij de oprichting te betrekken, is waarschijnlijk het meest doorslaggevende verschil met de oprichting van een holding-SE dat de afzonderlijke vennootschappen geen gezamenlijke SE-koepelvennootschap vormen, maar een gemeenschappelijke dochteronderneming in de rechtsvorm van een SE.

Hoe werkt de oprichting van een Europese Dochteronderneming precies?

In het algemeen is een dochteronderneming een vennootschap die rechtstreeks afhankelijk is van haar moedermaatschappij. Een moedermaatschappij wordt op haar beurt gedefinieerd als een vennootschap die de meerderheid van de aandelen in andere vennootschappen bezit. De oprichting van een moedermaatschappij met dochterondernemingen biedt het voordeel dat verschillende bedrijfsgebieden door verschillende ondernemingen kunnen worden beheerd en dat de afzonderlijke bedrijfsgebieden duidelijk en transparant van elkaar kunnen worden onderscheiden.

Indien de moedermaatschappij haar eigen dochterondernemingen opricht, spreekt men van affiliatie: een term die afkomstig is uit het Midden-Latijn en kan worden vertaald als adoptie – d.w.z. aanneming als eigen kind – of overname in de zin van toe-eigening. Indien externe ondernemingen worden verworven wegens synergiepotentieel of potentiële vergroting van de marktmacht en ondergeschikt worden gemaakt aan de moedermaatschappij, wordt deze procedure verwantschap genoemd. In Duitsland is de oprichtingsprocedure van een dochter-SE grotendeels onderworpen aan het Duitse vennootschapsrecht; in andere landen zijn de respectieve nationale rechtsgrondslagen van toepassing.

Secundaire vestiging SE-dochter: SE door SE

Een Societas Europaea kan namelijk ook ontstaan als gevolg van een eenmansformatie, namelijk SE by SE. Dit is bijzonder interessant voor aanbieders van shelf companies waar multi-nationaliteit niet of slechts in onvoldoende mate gegeven is. Bovendien kunnen de aandelen van een brievenbus-SE ook worden verkregen door natuurlijke personen. Net als bij de dochter-SE is ook de oprichtingsprocedure van een dochter-SE onderworpen aan het nationale recht van het land waar de vennootschap haar statutaire zetel heeft. Voor de oprichting van een SE-dochteronderneming in Duitsland moeten dus de aanwijzingen in het Duitse vennootschapsrecht worden gevolgd.

De SE wordt opgericht door een dochter-SE op te richten via een bestaande Europese vennootschap, die dan als de moeder-SE fungeert. Aangezien de oprichtende SE zelf al een grensoverschrijdend Europees element heeft, geldt het multinationaliteitsvereiste doorgaans niet voor de dochteronderneming, die het multinationale karakter in zekere zin “erft”. Tegelijkertijd is het niet nodig andere ondernemingen bij de secundaire formatie te betrekken.

Rechtsgrondslag: richtlijnen, verordeningen en wetten

Aangezien de Societas Europaea een rechtsvorm naar Europees recht is, moet rekening worden gehouden met verschillende EU- en nationale rechtsgrondslagen. In de eerste plaats is er Verordening (EG) nr. 2157/2001, ook wel de Societas Europaea-Verordening (SE-Verordening) genoemd, die de invoering van de nieuwe rechtsvorm op zich neemt en een gemeenschappelijk rechtskader schept tussen de EU-lidstaten en de landen van de Europese Economische Ruimte (EER). Wat de rol van de werknemers betreft, is Richtlijn 2001/86/EG ingevoerd als een aanvullende maatregel om ervoor te zorgen dat de regels en praktijken die vóór de oprichting van de SE bestonden, niet zomaar verdwijnen.

  • Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raadvan 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE)
  • Richtlijn 2001/86/EG van de Raadvan 8 oktober 2001 tot aanvulling van het statuut van de Europese vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers

Op grond van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is Verordening (EG) nr. 1435/2003 ingevoerd, die de invoering van Europese coöperatieve vennootschappen – kortweg SCE’s – mogelijk maakt en organiseert. In het kader hiervan werd Richtlijn 2003/72/EG ingevoerd, die de medezeggenschap van werknemers in Europese coöperaties regelt.

  • Verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raadvan 22 juli 2003 betreffende het statuut voor een Europese Coöperatieve Vennootschap (SCE)
  • Richtlijn 2003/72/EG van de Raadvan 22 juli 2003 tot aanvulling van het statuut van een Europese coöperatieve vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers

Als gevolg van de uitbraak van COVID 19 is in 2020 een nieuwe verordening ingevoerd op grond waarvan de verplichte algemene vergadering van een Europese vennootschap of algemene vergadering van een Europese coöperatieve vennootschap tot het einde van het jaar kan worden uitgesteld, rekening houdend met uittredingsbeperkingen en sociale distantiëringsmaatregelen.

  • Verordening (EU) 2020/699 van de Raadvan 25 mei 2020 betreffende tijdelijke maatregelen met betrekking tot algemene vergaderingen van Europese vennootschappen (SE’s) en algemene vergaderingen van Europese coöperatieve vennootschappen (SCE’s) (Voor de EER relevante tekst)

Naast de reeds genoemde verordeningen en richtlijnen zijn er in Duitsland ook enkele op nationaal niveau:

  • Wet op de invoering van de Europese vennootschap (SEEG) van 22 december 2004
  • Wet tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) (Wet tot uitvoering van de SE – SEAG) van 22 december 2004
  • Wet van 22 december 2004inzake de rol van de werknemers in een Europese vennootschap (SE-Werknemersbetrokkenheidswet – SEBG)
  • Duitsewet op de aandelenvennootschappen (AktG) van 06 september 1965
  • Wetboek van Koophandel (HGB) van 10 mei 1897

Maatregelen ten behoeve van het MKB – Societas Privata Europaea & Societas Unius Persona

Kapitaalvennootschappen voor het midden- en kleinbedrijf – kortweg: MKB – kregen ook een grotendeels uniforme Europese rechtsvorm, namelijk de Societas Privata Europaea – kortweg: SPE; met de Duitse naam: Europese besloten vennootschap. Een eerste ontwerp voor de invoering van een dergelijke vennootschap werd in 2009 opgestart, maar mislukte uiteindelijk na enkele jaren als gevolg van aanhoudende kritiek van andere EU-lidstaten op de opzet ervan.

Als alternatieve maatregel is het project om een zogenaamde Societas Unius Persona – kortweg: SUP; met Duitse naam – op te richten: European One-Person Company – werd gelanceerd. Deze Europese variant van de klassieke naamloze vennootschap (GmbH) heeft ten doel eenpersoonsvennootschappen met rechtspersoonlijkheid in staat te stellen grensoverschrijdende bedrijfsactiviteiten te ontplooien, die door één beherend vennoot kunnen worden georganiseerd en geleid. Evenals bij de nationale Unternehmergesellschaft (haftungsbeschränkt) moet één symbolische euro als minimumkapitaal worden vastgesteld. Ook het concept van de SUP is tot dusverre op veel kritiek gestuit, zodat momenteel niet te voorzien is of en wanneer de Societas Unius Persona als vennootschapsvorm beschikbaar zal zijn.

Rechtsvorm variant SE & Co KGaA – KGaA met beherende vennoot SE

Soms komt de Societas Europaea ook voor in combinatie met een commanditaire vennootschap op aandelen (KGaA). Familiebedrijven organiseren zich bijvoorbeeld soms als Societas Europaea & Compagnie Kommanditgesellschaft auf Aktien – in het kort: SE & Co KGaA. In dit geval vormen zij een naamloze vennootschap in juridische zin – de beherende vennoot als persoonlijk aansprakelijke vennoot is echter niet zomaar een natuurlijke persoon, maar specifiek een Societas Europaea (SE). Indien de beherende vennoot wordt belichaamd door een AG, spreekt men in plaats van een AG & Co KGaA, in het geval van een beherende vennoot GmbH van een GmbH & Co KGaA.

Vennootschappen met de rechtsvormvariant SE & Co KGaA bestaan pas sinds het einde van de jaren negentig, nadat open juridische vragen door een uitspraak van het Bundesgerichtshof (BGF) duidelijk waren opgehelderd. Het bekende concern in de gezondheidszorg Fresenius SE & Co KGaA, dat een van de grootste particuliere ziekenhuisexploitanten in Duitsland is, heeft besloten een SE & Co KGaA op te richten, zoals vele andere ondernemingen uit een groot aantal bedrijfstakken hebben gedaan: Geluidsdragers en multimediaproducten, buitenreclame, plantenveredeling en biotechnologie, pomptechnologie en composietsystemen voor thermische isolatie, om er maar een paar te noemen.

Voorbeelden van SE & Co KGaA-ondernemingen:

  • AURELIUS Equity Opportunities SE & Co. KGaA
  • Edel SE & Co. KGaA
  • Fresenius SE & Co. KGaA
  • KWS SAAT SE & Co. KGaA
  • KSB SE & Co. KGaA
  • Mutares SE & Co. KGaA
  • Sto SE & Co. KGaA
  • Ströer SE & Co. KGaA

CEWE Stiftung & Co. KGaA is een bijzonder geval: In deze vennootschap wordt de beherend vennoot belichaamd door een stichting. In principe is de commanditaire vennootschap op aandelen in alle denkbare combinaties mogelijk, zoals GUB Investment Trust KGaA als voorbeeld aanhaalt.

Lees hier meer over het onderwerp “Oprichting van een familiestichting”:

SE oprichting in detail – statutaire zetel, bedrijfsnaam, management & Co.

Wilt u een Europese vennootschap oprichten en zelf actief worden op de interne markt? Daartoe moet uw onderneming eerst aan een aantal eisen voldoen: Hier vindt u alles wat u moet weten over multinationaliteit, minimumkapitaal, medezeggenschap en nog veel meer, zodat u uw Europese vennootschap op een correcte en weloverwogen manier kunt oprichten. Eerst en vooral: uw vennootschap moet een rechtspersoon zijn en een eigen rechtspersoonlijkheid hebben. Naast de status van rechtspersoon moet worden voldaan aan het zogenoemde multi-nationaliteitsbeginsel en moet een grensoverschrijdend Europees element worden aangetoond.

Verdere voorschriften betreffen de zetel en het hoofdkantoor van de vennootschap, het vereiste minimumkapitaal, de juiste vennootschapsnaam en registratie, het bestuur en de vennootschapsorganen en, last but not least, de boekhoudkundige vereisten en het recht op medezeggenschap van het personeel.

  • Beginsel van meervoudige nationaliteit
  • Maatschappelijke zetel & hoofdkantoor
  • Minimumkapitaal
  • Bedrijfsnaam & registratie
  • Directie en organen
  • Boekhouding
  • Medezeggenschapsrechten van de werknemers

Meerstaatbeginsel als grensoverschrijdend element

Het multi-nationaliteitsbeginsel vereist dat ten minste twee van alle deelnemende oprichtende vennootschappen van een Societas Europaea een grensoverschrijdend, Europees element hebben. In gewone taal moeten ten minste twee vennootschappen onder het recht van verschillende EU-lidstaten vallen of moet een grensoverschrijdend element kunnen worden aangetoond via een dochteronderneming of filiaal die gedurende twee of meer jaar in een ander EU-land is gevestigd.

Zetel en hoofdkantoor van een Europees bedrijf

Voor de oprichting van een Europese vennootschap moeten de statutaire zetel en het hoofdkantoor van uw vennootschap in dezelfde EU-lidstaat gelegen zijn. De keuze van het land van oprichting is van doorslaggevend belang, aangezien naast het EU-recht, het respectieve toepasselijke nationale recht de rechtsgrondslag van de Europese vennootschap vormt. In principe is het mogelijk om de statutaire zetel en het hoofdkantoor van de vennootschap later naar een andere EU-lidstaat te verplaatsen indien de situatie dit vereist of indien de vennootschap hieruit voordelen haalt. De Vereniging van Duitse Kamers van Koophandel en Industrie (DIHK) omschrijft dit voordeel als volgt:

“Figuurlijk gesproken: Europa AG is een rechtsvorm die verkrijgbaar is in 25 kleuren. De keuze van de zetel van Europa AG opent dus interessante ontwerpmogelijkheden”.

Sommige landen stellen strengere eisen aan de oprichting van een Europese vennootschap: zo eisen de lidstaten Bulgarije, Denemarken, Frankrijk, Griekenland, Letland, Oostenrijk en Tsjechië dat de statutaire zetel en het hoofdkantoor van de vennootschap hetzelfde adres hebben.

Financiering van een SE: 120.000 euro minimumkapitaal

Een andere vereiste betreft het vereiste minimumkapitaal: voor een Europese vennootschap met zetel en hoofdkantoor in Duitsland is bijvoorbeeld ten minste 120.000 euro vereist, d.w.z. meer dan tweemaal zoveel als het aandelenkapitaal van 50.000 euro dat voor een conventionele Duitse naamloze vennootschap vereist is. Het kapitaalvereiste – evenals de andere vereisten – kan in de verschillende EU-lidstaten verschillen. Een hoger geplaatst kapitaal kan in beginsel in de statuten worden overeengekomen.

In de regel moet het minimumkapitaal van een Europa AG in euro luiden. Indien de officiële nationale munteenheid van een land van vestiging niet de euro is, kan de vennootschap verzoeken dat haar jaarrekening en geconsolideerde jaarrekening in haar eigen nationale munteenheid worden opgesteld en gepubliceerd.

  • Minimumkapitaal: 120.000 euro (Duitsland)

Europa AG als handelsmerk: Bedrijfsnaam & registratie

De bedrijfsnaam bevat het rechtsvormsuffix “SE”, dat als voorvoegsel aan de bedrijfsnaam voorafgaat of als achtervoegsel erop volgt. De registratie is verplicht in het register van de oprichtende staat – in Duitsland dus in het handelsregister – en wordt ook bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Indien de statutaire zetel van het bedrijf op een later tijdstip naar een andere EU-lidstaat wordt verplaatst, kan de registratie van de Europa AG gemakkelijk en zonder complicaties worden aangepast.

De bestaande Societas Europaea behoeft om deze reden niet te worden ontbonden en behoeft niet opnieuw te worden opgericht op haar nieuwe locatie. Daar wordt alleen een aantekening gemaakt in het register en wordt een kennisgeving gestuurd naar het oorspronkelijke EU-land, waarna dit de aantekening in zijn eigen register doorhaalt. Alle toevoegingen en schrappingen in de registers van de verschillende EU-lidstaten worden parallel vermeld in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Structuur van een SE: bestuurs- en leidinggevende organen

Wat het beheer betreft, wordt een onderscheid gemaakt tussen een dualistisch en een monistisch systeem – neo-Duits: two-tier/one-tier model. Zij verschillen vooral in de verschillende soorten en aantallen SE-organen die in de vennootschap worden benoemd. De ambtstermijn van de leden van de benoemde organen bedraagt echter in beide gevallen ten hoogste zes jaar, waarbij herbenoeming niet is uitgesloten.

  • Dualistisch systeem
  • Monistisch systeem

Dualistisch systeem (tweelagenmodel)

De structuur van de Duitse raad van commissarissen dient als basis voor het dualistische systeem, dat soms ook het dualistische model wordt genoemd. Het vertegenwoordigt de traditionele verdeling van het bestuur in drie organen, volgens welke, naast de algemene vergadering, de raad van commissarissen wordt aangewezen als controleorgaan en de raad van bestuur als bestuursorgaan.

Indien de Europa AG meer dan drie miljoen euro aandelenkapitaal heeft, moeten ten minste twee personen in de raad van bestuur worden benoemd. Kleinere Europese vennootschappen kunnen de raad van bestuur overeenkomstig de statuten tot slechts één persoon beperken, voor zover het niet gaat om een vennootschap met medebeslissingsrecht. Het toezicht op het bestuursorgaan berust bij de raad van commissarissen, waarvan de omvang rechtstreeks afhankelijk is van het bedrag van het aandelenkapitaal. In het geval van een medegekozen Societas Europaea moeten de leden van de raad van toezicht ook vertegenwoordigers van de aandeelhouders en vertegenwoordigers van het personeel zijn.

Monistisch systeem (one-tier model)

Het zogenaamde one-tier model daarentegen is gebaseerd op het Anglo-Amerikaanse bestuurssysteem. Het staat voor een monistisch stelsel, volgens hetwelk slechts een monistische raad van bestuur wordt benoemd naast de algemene vergadering, die is samengesteld uit de aandeelhouders van de naamloze vennootschap.

In beginsel is voorzien in drie leden van de raad van bestuur, van wie één uitvoerend bestuurder moet zijn. Het is echter mogelijk een ander aantal personen in de raad van bestuur te benoemen, waarbij het toegestane maximumaantal leden afhangt van het aandelenkapitaal van de vennootschap en Europese naamloze vennootschappen met een aandelenkapitaal van meer dan drie miljoen euro volgens de wet niet minder dan drie leden mogen benoemen.

In Duitsland moeten monistische Societas Europaea ook dezelfde mate van participatie van werknemersvertegenwoordigers in de raad van bestuur hebben als de traditioneel dualistische raad van commissarissen zou eisen.

Boekhoudkundige regels

Wat de boekhouding betreft, zijn de rechten van het land waar de zetel en het hoofdkantoor van de vennootschap gevestigd zijn, van toepassing op de Europese vennootschap – in een vorm die grotendeels gestandaardiseerd is volgens Europees recht. Afgezien van belastingen en boekhouding is de vennootschap verplicht de jaarrekening met de toelichting, alsmede de balans en de winst- en verliesrekening (W&V) vast te stellen en een verslag op te stellen over de gang van zaken en de situatie van de vennootschap.

  • Jaarrekening
    • Balans
    • Winst- en verliesrekening
    • Toelichtingen bij de financiële staten
    • Verslag over de gang van zaken en de situatie van de vennootschap

Medezeggenschapsrechten voor SE-werknemers

Aangezien de Europese Unie geen wettelijke formulering van medezeggenschap in een Europese vennootschap heeft geformuleerd, bestaat er ofwel een bindende overeenkomst tussen werkgever en werknemer, ofwel wordt het geldige medezeggenschapsrecht voor de vennootschap bepaald afhankelijk van de oprichtingsvorm van de Europa AG. Hieronder vindt u meer informatie over de afzonderlijke oprichtingsvormen.

Bijzondere onderhandelingsgroep: werkgevers en werknemers

In principe is het mogelijk dat werkgevers en werknemers een zogenaamde “bijzondere onderhandelingsgroep” oprichten en gezamenlijk een passende overeenkomst over medezeggenschap in het bedrijf sluiten en deze schriftelijk vastleggen. De leden van het orgaan worden in het geheim en rechtstreeks gekozen op basis van een bepaalde landensleutel en zijn beperkt tot maximaal 40 leden.

De “bijzondere onderhandelingsgroep” moet worden opgericht binnen tien weken na de aankondiging van de voorgenomen oprichting van een Europese vennootschap door de directie. Binnen zes maanden – of binnen twaalf maanden in geval van een verzoek om verlenging van de termijn – moet een besluit worden genomen.

Onderhandelingen over werknemersparticipatie

De “bijzondere onderhandelingsgroep” kan besluiten over de rol van de werknemers in de Europa AG, hoewel daarvoor een gekwalificeerde meerderheidsbeslissing nodig is. Voor overeenkomsten die leiden tot een beperking van de medezeggenschap is een tweederde meerderheid vereist die ten minste tweederde van de werknemers in twee of meer EU-landen vertegenwoordigt. Dit geldt echter alleen onder bijzondere omstandigheden:

De bijzondere meerderheid voor een vermindering van de medezeggenschap is alleen van toepassing indien, in geval van fusie, ten minste 25% van het totale aantal werknemers of, in geval van oprichting van een holding-SE of een dochter-SE, ten minste de helft van het totale aantal werknemers medezeggenschap heeft. In het geval van SE-formaties door omzetting kan in beginsel niet tot vermindering van het medezeggenschapsrecht worden besloten.

  • Fusie: ten minste 25 % werknemersvertegenwoordiging
  • Holding/dochteronderneming: ten minste 50 % werknemersvertegenwoordiging
  • Omzetting: geen vermindering mogelijk

Beëindiging van lopende onderhandelingen & besluit tot afstand

Bij een tweederde meerderheid kan echter ook worden besloten de lopende onderhandelingen af te breken of helemaal geen onderhandelingen aan te gaan. In dit geval is de Europa AG geregistreerd zonder een model van medezeggenschap. In het geval van de omzettingsformatie, die is gebaseerd op een naamloze vennootschap met medezeggenschap, is een dergelijk besluit tot afstand echter in de regel uitgesloten.

Mislukking van onderhandelingen en standaardregels

Indien geen overeenstemming tussen werkgevers- en werknemerszijde mogelijk is, mislukken de onderhandelingen en zijn automatisch de standaardregels van toepassing. Het doel is de bestaande medezeggenschapsrechten van de werknemers veilig te stellen, te beginnen met de inschrijving van de Europa AG in het nationale register. Naar gelang van de oprichtingsvorm wordt de medezeggenschap van de vennootschap op verschillende wijze geabsorbeerd:

In geval van oprichting door omzetting worden de bestaande medezeggenschapsrechten van de nationale AG voortgezet. In het geval van de andere oprichtingsvormen kan de hoogste medezeggenschapsnorm van een oprichtende vennootschap worden overgedragen op de Europese vennootschap – maar alleen indien in de betrokken vennootschap reeds vóór de inschrijving van de Societas Europaea in het nationale register regelingen voor medezeggenschap van een bepaald percentage van alle werknemers van kracht waren. Een dekking van 25% is vereist in het geval van fusievorming, en zelfs het dubbele in het geval van SE-holdings en SE-dochterondernemingen.

  • Omzetting: overdracht van het eerdere recht op medezeggenschap
  • Fusie: 25% van het totale personeelsbestand gedekt
  • Holding/dochteronderneming: 50% van het totale aantal werknemers gedekt

Voordelen van Europa AG – Uniform, internationaal & flexibel

De Europese vennootschap is een betrekkelijk nieuwe rechtsvorm van ondernemingen en kan pas sinds 8 oktober 2004 volgens de Europese regelgeving worden opgericht. Het is dus niet erg wijdverbreid en moet zich volgens vele ondernemers nog bewijzen. Anderzijds heeft de Societas Europaea al een aantal voordelen, vooral met betrekking tot de transnationale zakelijke transacties van grote ondernemingen, die de grensoverschrijdende samenwerking tussen de verschillende EU-lidstaten en landen van de Europese Economische Ruimte (EER) aanzienlijk vormgeven.

  • Uniform geheel van regels
  • Internationale reputatie
  • Versterking van de medezeggenschapsrechten van de werknemers
  • Grensoverschrijdende fusie
  • Flexibele zetelverplaatsing
  • Gestroomlijnde administratieve structuur
  • Kostenvermindering door bijkantoren
  • Oprichting van SE-dochterondernemingen

Uniforme regels in EU en EER

Kenmerkend voor de Europese vennootschap is een uniform geheel van regels ten gunste van grensoverschrijdende samenwerking tussen verschillende Europese landen. Door een Societas Europaea op te richten, kunt u zaken doen onder een handelsnaam die in alle EU-lidstaten en EER-landen geldig is, en hoeft u geen massa’s dochterondernemingen voor uw bedrijf op te richten om een effectief internationaal bedrijfsnetwerk te ontwikkelen.

Internationale reputatie & versterking van de werknemersparticipatie

Een ander pluspunt is dat de naam Societas Europaea de internationaliteit van uw onderneming tot uitdrukking brengt en bij het publiek prestige genereert. Last but not least heeft de vestiging van een Europese vennootschap ook een positief effect op de werknemers van de onderneming: De uniforme regelgeving voor de hele EU creëert een kader voor het personeelsbeleid dat de medezeggenschap van uw werknemers versterkt als zij in verschillende landen voor uw bedrijf werken.

Europawijde fusievorming voor AG’s

De fusievorm biedt ondernemers voor het eerst de mogelijkheid hun naamloze vennootschap te fuseren met een naamloze vennootschap uit een andere EU-lidstaat. Het toestaan van grensoverschrijdende fusies voor alle vennootschappen is momenteel onderwerp van discussie en kan een aantrekkelijk alternatief bieden voor nationale naamloze vennootschappen, vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en andere vennootschappen die grensoverschrijdend zaken doen maar hun rechtsvorm niet willen opgeven ten gunste van een Europese vennootschap.

Flexibele verplaatsing van de maatschappelijke zetel

De flexibele en ongecompliceerde verplaatsing van de statutaire zetel is een ander doorslaggevend voordeel van de Societas Europaea: hoewel de statutaire zetel en het hoofdkantoor van de SE aanvankelijk in dezelfde EU-lidstaat gevestigd moeten zijn… kan de statutaire zetel van uw onderneming later gemakkelijk naar een ander EU-land worden verplaatst. Op die manier kunt u flexibel reageren op veranderingen in de markt en de Europese concurrentie van rechtsstelsels handig in uw voordeel gebruiken.

Gestroomlijnde administratieve structuur

In het geval van de Europa AG kan worden gekozen tussen twee beproefde managementmodellen: het dualistische systeem, zoals in dit land gebruikelijk is, en het monistische systeem op basis van het Anglo-Amerikaanse model. Op deze wijze kunnen Europese naamloze vennootschappen met zetel in Duitsland toch gebruik maken van een gestroomlijnde administratieve structuur, die een uniforme vorm van bestuur mogelijk maakt, met name voor multinationale ondernemingen.

Bijkantoor & SE Dochterondernemingen

In plaats van dochterondernemingen kan een Societas Europaea ook filialen in heel Europa hebben, wat een aanzienlijke kostenbesparing kan betekenen voor het administratieve en beheersapparaat. Mocht de oprichting van dochterondernemingen in een later stadium nuttig blijken, dan kunt u als eigenaar deze ook oprichten in de rechtsvorm van een Societas Europaea.

Belastingen voor aandeelhouders van Europa AG: inkomstenbelasting, bedrijfsbelasting, BTW, vermogensbelasting & inkomstenbelasting

In alle landen van de Europese Economische Ruimte (EER) is Europa AG onderworpen aan de daar geldende voorschriften met betrekking tot belastingen en heffingen. Er is dan ook niet voorzien in bijzondere regelingen voor de lopende belasting. Voor vaste inrichtingen en filialen in andere EU-lidstaten geldt een beperkte belastingplicht en moeten zij voldoen aan de daar geldende voorschriften. Dit betreft onder meer de vaststelling van de winst voor belastingdoeleinden.

In Duitsland zijn naamloze vennootschappen gewoonlijk onderworpen aan vennootschapsbelasting en bedrijfsbelasting. Bovendien is omzetbelasting verschuldigd over niet-vrijgestelde verkopen. Winstuitkeringen aan de aandeelhouders van een AG zijn doorgaans onderworpen aan vermogenswinstbelasting, terwijl natuurlijke personen in de vennootschap inkomstenbelasting moeten betalen. De betaling van loon aan het personeel – bijvoorbeeld de bezoldiging van de leden van de raad van bestuur – is onderworpen aan loonbelasting.

Welke belastingen u bij een vastgoedonderneming kunt verwachten, kunt u hier vinden:

Dubbelbelastingverdragen (DTA’s) – Duitsland, EU & EER

Tussen Duitsland en de andere lidstaten van de Europese Unie (EU) en de Europese Economische Ruimte (EER) geldt de zogenoemde overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting – kortweg DTA -. Deze overeenkomst zorgt ervoor dat dubbele belasting van in het buitenland verworven inkomsten kan worden vermeden door de ene deelnemende staat het recht te geven om te belasten en tegelijkertijd het recht van de andere staat om te belasten te ontzeggen of althans te beperken. Dit concept wordt soms ook het barrière-effect of de barrièrefunctie genoemd.

Modelovereenkomst OESO-MA & OESO-richtlijnen voor verrekenprijzen

Een voorbeeld hiervan is het modelverdrag van de internationaal actieve Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), waarvan het modelverdrag inzake dubbele belasting naar het inkomen en naar het vermogen (OESO-MA) wereldwijd wordt erkend en als basis dient voor meer dan 3.000 intergouvernementele overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belasting.

De OESO gaat ook in op het bekende probleem van de verrekenprijzen bij de handhaving van vaste inrichtingen in het buitenland. De prestigieuze organisatie publiceert regelmatig richtsnoeren voor verrekenprijzen ten behoeve van multinationale ondernemingen en belastingdiensten, teneinde een correcte toerekening van winsten aan de moeder-SE te waarborgen. Zij kunnen dienen als richtsnoer voor grensoverschrijdende ondernemingen om de overeengekomen prijzen vast te stellen op een arm’s length-niveau overeenkomstig het arm’s length-beginsel.

Moeder-dochterrichtlijn: belastingheffing op dividenduitkeringen

Door de verouderde Richtlijn 90/435/EEG – de zogenoemde moeder-dochterrichtlijn – te herzien en Richtlijn 2003/123/EG in te voeren, zou een einde kunnen worden gemaakt aan de voorheen bestaande dubbele belastingdruk op dividenduitkeringen. Volgens de nieuwe regelgeving zijn de volledige belastingopbrengsten van de dochteronderneming verschuldigd aan de lidstaat waar de dochteronderneming is gevestigd. Vermogenswinstbelasting (KapSt) mag daar echter niet worden geheven.

De moedermaatschappij kan gebruik maken van de vrijstellingsmethode of de verrekeningsmethode om dubbele belasting te voorkomen.

  • Richtlijn van de Raadvan 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten (90/435/EEG)
  • Richtlijn 2003/123/EG van de Raadvan 22 december 2003 tot wijziging van Richtlijn 90/435/EEG betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten

Fusierichtlijn: belastingheffing bij grensoverschrijdende wijziging van eigendom

Onder bepaalde omstandigheden kan een Europese vennootschap met grensoverschrijdende rechtspersoonlijkheid worden beheerd zonder dat dit gevolgen heeft voor de winst of het verlies en kan zij worden vrijgesteld van de belasting op stille reserves. Zij valt dan onder het toepassingsgebied van Richtlijn 90/434/EEG – de zogenaamde fusierichtlijn – die later werd gewijzigd bij Richtlijn 2005/19/EG. De fusierichtlijn heeft in de loop der jaren herhaaldelijk kleine wijzigingen ondergaan, zodat de materiële aspecten thans ook van toepassing zijn op een grensoverschrijdende verplaatsing van de statutaire zetel, de omzetting van vaste inrichtingen in dochterondernemingen en spin-offs van de moedermaatschappij.

In Duitsland werd de EG-richtlijn aanvankelijk omgezet in de wet op de saneringsbelasting (UmwStG) en later ook in de wet op de fiscale maatregelen in verband met de invoering van de Europese vennootschap en op de wijziging van andere belastingvoorschriften (SEStEG).

  • Richtlijn van de Raadvan 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten (90/434/EEG)
  • Richtlijn 2005/19/EG van de Raadvan 17 februari 2005 tot wijziging van Richtlijn 90/434/EEG betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten

Societas Europaea (SE) – Voor wie is het de moeite waard?

De Societas Europaea is bijzonder geschikt voor grote naamloze vennootschappen met grensoverschrijdende activiteiten binnen de Europese Unie en de Europese Economische Ruimte. Voor wie zich niet laat afschrikken door het aanzienlijke minimumkapitaal van 120.000 euro, zijn er tal van mogelijkheden om transnationaal actief te worden en met minder moeite en kostenbesparingen zijn ondernemingsdoelstellingen te realiseren. Grensoverschrijdende mobiliteit stelt u in staat uw onderneming op te richten volgens het rechtsstelsel dat u het beste past en, indien nodig, uw statutaire zetel en hoofdkantoor flexibel naar een ander EU-land te verplaatsen.

Voor wie precies is de Europese vennootschap de moeite waard? Grote internationale ondernemingen en snelgroeiende bedrijven met een beursgang kunnen in het bijzonder profiteren van de voordelen van een Europese vennootschap en hun externe imago versterken, omdat de Europa AG in heel Europa een grote reputatie geniet en veel aanzien geniet. Ook als u ontevreden bent over het typisch Duitse bestuursmodel en de starre structuur van uw naamloze vennootschap, kan de omzetting in een Societas Europaea voor u bijzonder aantrekkelijk zijn, omdat u hier kunt overstappen op een monistisch systeem en de vennootschapsorganen kunt stroomlijnen.

Alternatieven voor de Societas Europaea (SE): Rechtsvormen in Duitsland

Rechtsvormen – Welke soorten vennootschappen zijn er? Als u uw eerste vennootschap wilt oprichten, is de keuze van de ideale rechtsvorm een van de eerste stappen in het proces van de oprichting van een vennootschap. Of u nu een speciaal vastgoedbedrijf of een startende onderneming wilt oprichten, ik heb hier alle soorten ondernemingen in Duitsland voor u op een rijtje gezet.

Bedrijfstypen in detail: